NVvH voor leden

Verkrijg hier toegang tot exclusieve NVvH ledencontent.

09 november 2022

Klein en betrokken team verantwoordelijk voor de acute zorg in Dirksland

Op 22 juni 2022 heeft de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) ‘Spoedeisende Heelkunde’ gepubliceerd; een document waarin de NVvH zich uitspreekt over de rol en de verantwoordelijkheden van de chirurg in de acute keten. Maar hoe wordt de acute zorg in Nederland georganiseerd? Door het in beeld brengen van best practices willen wij inzicht geven in de verschillende mogelijkheden en inspireren. Deze keer nemen wij u mee naar de praktijk van het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis in Dirksland. Wij spreken hier met Maarten Staarink.

Over het ziekenhuis
Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis is onderdeel van CuraMare. CuraMare is de grootste zorgorganisatie in de regio waar naast het ziekenhuis ook verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg zijn ondergebracht. Het ziekenhuis biedt zorg aan patiënten uit: Goeree-Overflakkee, Voorne-Putten en een deel van Schouwen-Duiveland. Voor de acute zorg maakt het ziekenhuis onderdeel uit van het ROAZ Zuid-West Nederland. Er is een nauwe samenwerking met het Maasstad Ziekenhuis en het Spijkenisse MC. Na het faillissement van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis in 2013  hebben het Maasstad Ziekenhuis en het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis de zorg in deze regio overgenomen. De beide ziekenhuizen zijn daarom nu samen eigenaar van het Spijkenisse MC. Complexe traumazorg wordt in de regio geboden door het Erasmus MC en het Maasstad ziekenhuis.

Klein maar betrokken team
Maarten: ‘Als ziekenhuis doppen wij nog helemaal onze eigen boontjes, maar waar nodig zoeken we juist door samenwerking creatieve oplossingen om hoogstaande en kwalitatief goede zorg te leveren. We zijn een kleinschalig en daar door heel betrokken ziekenhuis. Ook de verpleegkundigen die bij ons werken zijn bijzonder toegewijd. Veel verpleegkundigen doen dit werk nog echt uit overtuiging. Van patiënten horen wij daardoor hele goede verhalen terug. En betrokken verpleegkundigen, dat werkt voor ons als dokters natuurlijk ook heel prettig.’ De staf in het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis is relatief klein. ‘Wij hebben een gezamenlijke maatschap van acht chirurgen, vier orthopeden en één plastisch chirurg. Iedereen kent elkaar; we lopen gemakkelijk bij elkaar binnen. Ook financieel zijn wij één club. Daarom hebben wij nooit issues over wie wat doet.’

Acute zorg in Level 3 ziekenhuis
Maarten vertelt dat hij blij is met de aandacht vanuit de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) voor de acute zorg. ‘Het vraagstuk van de concentratie van de zorg is natuurlijk erg actueel. Wij zijn een Level 3 ziekenhuis. Dat betekent dat wij zorg bieden aan stabiele traumapatiënten en natuurlijk aan patiënten met chirurgische buikproblematiek en andere acute chirurgische problematiek. Het ambulance personeel trieert en soms is dat spannend. Want de triage is niet geheel waterdicht, het kan zijn dat een patiënt toch met ernstiger letsel bij ons binnenkomt. Dat onderschatte letsel vereist dat je alle patiënten op dezelfde secure wijze opvangt en onderzoekt. Gelukkig is het zo dat de keren dat ik de afgelopen jaren een patiënt heb gezien waarvan ik dacht -die is beter af in Rotterdam- verwaarloosbaar is. We plaatsen natuurlijk wel iedere patiënt over waarvan de behandeling beter in een level 1 of 2 centrum plaats kan vinden. Een recente analyse naar de ISS boven 16 patiënten laat ons zien dat deze groep patiënten in onze kliniek met name een oude populatie betreft met cerebrale pathologie die na overleg met de academie allemaal bij ons blijven. We zien eigenlijk weinig basis in de deze analyse om dit triage systeem helemaal om te gooien.’

Inzet AINOS op de spoedeisende hulp
Net zoals in veel andere ziekenhuizen heeft het Kwaliteitskader Spoedzorg in het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis voor een moment van bezinning gezorgd. Ook de toenemende complexe zorgvraag en de covid crisis vormden aanleiding om het bestaande beleid tegen het licht te houden. In het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis heeft men er voor gekozen om de bezetting op de SEH in de avond en nacht te versterken. In de dienst is er nu continu een internist in huis. Deze internist is verantwoordelijk voor de supervisie van de arts assistenten niet in opleiding (anios) in de dienst en superviseert afdelingswerk en beoordelingen van zieke patiënten op de SEH en de afdeling. Overdag is de bezetting niet gewijzigd. ‘Omdat wij geen opleidingsziekenhuis zijn hebben wij geen assistenten in opleiding. Onze vakgroep werkt met PA-ers, die afdelingswerk en poliwerkzaamheden doen. Op onze spoedeisende hulp werken anios. Dat zijn vaak jonge dokters die net klaar zijn met hun coschappen en die bij ons een contract krijgen voor 1,5 jaar. Eigenlijk gaat het voor het grootste deel om artsen die dit werk doen in aanloop naar een huisartsenopleiding.’

‘De eindverantwoordelijkheid voor de patiënten en de supervisie van deze artsen ligt natuurlijk bij ons als medisch specialist. Omdat het percentage zelfverwijzers laag is zijn wij op de hoogte van vrijwel alle patiënten die bij ons op de spoedeisend hulp binnen komen. Sowieso worden alle patiënten die op de spoedeisende hulp binnen komen met ons overlegd. Er is geen patiënt die naar huis gaat zonder dat de medisch specialist akkoord heeft gegeven op het behandelbeleid. Vanuit onze vakgroep is er dus altijd één chirurg die ‘vrij rondloopt’ en die dient als aanspreekpunt voor de anios op de spoedeisende hulp. Dat geldt ook voor de andere poortspecialismen. Wij vinden dat de SEH een belangrijke rol moet spelen in het werk van alle poortspecialismes’ aldus Maarten.

Geriatrische traumaunit
In Het Van Weel Bethesda is men trots op de manier waarop de geriatrische traumazorg wordt geboden. ‘Dagelijks hebben wij in onze geriatrische traumaunit overleg tussen een chirurg of orthopeed, internist, geriater, fysiotherapeut en transferverpleegkundige. Dus de internist en de geriater zijn bij iedere patiënt boven de 70 jaar medebehandelaar. Dit laten wij niet over aan arts assistenten.’ Omdat het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis onderdeel is van CuraMare (een organisatie die ook verantwoordelijk is voor verpleeghuiszorg en thuiszorg) is de zorg door de keten heen goed geregeld; ook de samenwerking met de eerste lijn is goed op de Zuid Hollandse Eilanden.

Landelijke beleidsmaatregelen zijn uitdagend
Een actueel vraagstuk is natuurlijk het vraagstuk van de concentratie van zorg. Maarten vertelt: ‘Landelijke beleidsmaatregelen zijn voor ons een grote uitdaging. Denk bijvoorbeeld aan het afschaffen van de aan de 45 minutennorm gerelateerde beschikbaarheidsvergoeding; dat zou voor ons enorme consequenties hebben. Het is frusterend omdat iedereen op de Zuid Hollandse Eilanden zich realiseert hoe belangrijk het ziekenhuis en onze spoedeisende hulp zijn voor de spoedzorgketen in de regio. Als de spoedeisende hulp niet meer zou bestaan dan vormt dat een zeer reëel gevaar voor het voortbestaan van het gehele ziekenhuis. Onze spoedeisende hulp kan alleen bestaan bij de gratie van een 24/7 paraat staand OK-team. Een team dat wij o.a. ook nodig hebben voor de acute verloskunde. Vergelijkbaar geldt dit voor de Intensive Care. Zonder IC kunnen we als chirurgen geen complexe darm- of traumachirurgie meer doen. Het is een kaartenhuis waar je niet zomaar een kaart uit kunt nemen.’ Hij vervolgt: ‘De suggestie wordt wel eens gewekt, dat wij de troefkaart van het bestaansrecht spelen omdat wij bang zijn voor onze baan. Natuurlijk is dat een belang. Een veel groter belang is echter om de prominente plek die het ziekenhuis in de samenleving heeft te behouden. Op heel veel vlakken heeft het ziekenhuis een belangrijke functie.’

Oproep: ook aandacht voor de kleinere ziekenhuizen
Maarten vervolgt: ‘50% tot 60% van de leden van de NVvH werkt in een klein of middelgroot ziekenhuis. De belangen van deze leden moeten goed behartigd worden. Als de plannen doorgaan om de spoedzorg uiteindelijk in 30 ziekenhuizen te concentreren dan vallen er meer ziekenhuizen om dan alleen het onze. Ik hoop dat de NVvH daar aandacht voor heeft en actieve rol pakt in deze landelijke discussie.’

 

 

Maarten Staarink is 45 jaar en sinds tien jaar werkzaam in het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis. Direct na zijn opleiding is Maarten toegetreden tot de vakgroep. ‘Ook tijdens het zesde jaar van mijn opleiding was de arbeidsmarkt voor chirurgen al erg slecht. In dat jaar waren er twee vacatures voor een traumachirurg. Bij de ene werd ik niet uitgenodigd voor een gesprek. In Dirksland mocht ik wel komen, samen met nog heel veel anderen. En toen ben ik hier aangenomen. Iedereen vroeg aan mij: ‘Jeeminee … Dirksland? Wat moet je daar nu?’. Maar ik was superblij. Ik had als één van de weinigen uit mijn jaar meteen een vaste plek en ik werk hier nu al tien jaar met heel veel plezier.’