Geen bevoegdheden Bachelor Medisch Hulpverlener operatieve zorg
De Bachelor Medisch Hulpverlener heeft vijf jaar in de experimenteerregeling (art.36a) gezeten voor een zelfstandige bevoegdheid. In deze periode had de Bachelor Medisch Hulpverlener in de praktijk een zelfstandige bevoegdheid.
In het voorjaar van 2021 heeft een onderzoeksgroep uit Maastricht een evaluatierapport aangeboden aan de Tweede Kamer. Mede op basis van dit evaluatierapport hebben de FMS, de KNMG en V&VN gezamenlijk een reactie opgesteld; zorgen zijn geuit over de versnippering van bevoegdheden.
Recentelijk heeft minister Kuipers besloten om voor de differentiaties in de ambulancezorg, de SEH en de cardiologie een functionele zelfstandige bevoegdheid toe te kennen. Deze komt in de plaats van de volledig zelfstandige bevoegdheid. Voor de werkzaamheden met betrekking tot de anesthesie en de operatieve zorg is noch een zelfstandige bevoegdheid, noch een functionele bevoegdheid toegekend.
Dit betekent dat de BMH’er per 1 mei géén zelfstandige bevoegdheid meer heeft.
Meer informatie vindt u: hier