NZa publiceert definitieve registratie regelgeving 2020
Recentelijk heeft de NZa de definitieve registratie regelgeving voor 2020 gepubliceerd. De belangrijkste wijzigingen in de regelgeving van 2020 zijn:
Vervallen verplichting face-to-face contact
Het uit de regelgeving halen van de verplichting van ‘fysiek face-to-face contact’ bij het openen van een zorgtraject met subtraject ZT11, maakt het mogelijk dat een eerste consult tussen de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en de patiënt ook op afstand kan, door middel van bijvoorbeeld een teleconsult. De verplichting dat de beroepsbeoefenaar en de patiënt op enig moment in het zorgtraject een fysiek face-to-face contact hebben, blijft bestaan en wordt geborgd door de overige registratieregels. Het laten vervallen van deze verplichting bij het openen van een zorgtraject zorgt ervoor dat patiënten niet onnodig op de poli hoeven te komen, zorgt voor meer eenduidigheid in de regelgeving en draagt bij aan vermindering van administratieve lasten.
Het vervallen van deze verplichting leidt volgens de NZa niet tot enige financiële impact. De regels omtrent welke beroepsbeoefenaar welke zorgactiviteit mag registeren blijven immers gelijk.
Vereenvoudiging regelgeving parallelliteit
De registratieregels omtrent parallelliteit waren verspreid opgenomen in de regelgeving en waren onduidelijk en multi-interpretabel. De regelgeving voor het openen van parallelle consulten is vereenvoudigd. Als belangrijkste uitgangspunt wordt genomen dat de medisch specialist zelf de afweging maakt of het openen van een parallel zorgtraject gerechtvaardigd is. Daarnaast dient een nieuw te openen zorgtraject te voldoen aan de aanwezigheid van een behandelrelatie volgens WGBO tussen beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en de patiënt, en dat de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert verantwoordelijk is voor de anamnese en diagnosestelling.
Veldpartijen (NVZ, NFU, ZN en FMS, met medewerking van NZa) hebben een registratiekaart ontwikkeld, aan de hand waarvan een medisch specialist of een andere zorgprofessional aan het begin van het zorgtraject via een aantal eenvoudige vragen in een beslisboom zelf kan bepalen of er wel of geen (nieuwe) DBC mag worden geopend. Een uitgebreide toelichting op de registratieregels en concrete voorbeelden zullen worden opgenomen in de jaarlijkse registratiewijzer van de FMS.
Klinische zorgdag thuis
Met ingang van 2020 wordt het mogelijk om een ‘klinische zorgdag in de thuissituatie’ te registeren. Hierbij gaat het om klinische ziekenhuiszorg die in de thuissituatie geleverd kan worden; het betreft een klinische ‘opname’ in de thuissituatie. Er is sprake van een actuele medisch specialistische zorgvraag, waarbij behandeling door of onder directe verantwoordelijkheid van een (of meerdere) medisch specialist(en) noodzakelijk is. De zorg wordt geleverd in de thuissituatie onder verantwoordelijkheid van de medisch specialist.
Hiermee wordt nadrukkelijk aansluiting gezocht bij het traject ‘juiste zorg op de juiste plek’.
Met betrekking tot de Heelkunde is op het niveau van zorgactiviteiten een relevante wijziging doorgevoerd. Aan de omschrijving ‘reconstructie van complexe littekenbreuken met HPW-classificatie 3 of 4 (o.b.v.herniagrootte, co-morbiditeit en status wondinfectie)’ is toegevoegd: de HPW-classificatie 2 met aantoonbare breukpoort van 10 cm of groter. Bij de uitwerking van wijzigingsverzoek 202629 in de RZ20a zijn in de omschrijving van zorgactiviteit Hernia cicatricialis, open procedure (zie 035471 voor laparoscopische procedure en 035742 voor reconstructie van complexe littekenbreuken) (035740) bij de verwijzing naar zorgactiviteit 035741 twee cijfers omgedraaid. Zie verder het document: ‘Verantwoording wijzigingen dbc-release RZ20b’ de pagina’s 20 - 24.