Voorzitter Bernard Elsman in gesprek met Medisch Contact over verminderen opleidingsplaatsen
Het verminderen van het aantal opleidingsplaatsen is één van de manieren waarop de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) lucht wil brengen in de gespannen arbeidsmarkt voor jonge klare chirurgen. Dat is de reden om bezwaar te maken tegen het verdeelplan voor 2023, licht chirurg en NVvH-voorzitter Bernard Elsman toe.
Voor 2023 zijn er 67 opleidingsplaatsen voor heelkunde toegekend in het door VWS vastgestelde verdeelplan, waarin staat hoeveel opleidingsplekken door welke instellingen in welke opleidingsregio’s worden ingevuld. De NVvH vecht dat aantal in het plan aan via een bezwaarprocedure bij VWS. ‘Er lijkt een overschot chirurgen te bestaan en dat geeft veel onrust in de arbeidsmarkt’, aldus Elsman. ‘Het duurt heel lang voordat chirurgen na hun opleiding een vaste plek vinden. Vijf jaar na hun opleiding heeft de helft nog geen vaste plek. En we weten dat de uitstroom door gepensioneerden de komende jaren laag is. Er zullen jaarlijks minder dan twintig chirurgen uitstromen. Dan wordt het een groot probleem als je er meer dan zestig blijft opleiden.’
Minder aiossen
Los van een mogelijke procedure om dat aantal in het verdeelplan te decimeren, ziet de NVvH graag dat 8 van die 67 plekken niet worden ingevuld bij de tweede aiossollicitatieronde die in maart plaatsvindt. Wat de NVvH betreft, worden die plekken en het bijbehorend opleidingsbudget toegewezen aan specialismen waaraan juist meer behoefte is. Dat heeft de NVvH aangegeven in een advies in de voorafgaande procedure van Stichting BOLS, de stichting van de FMS en ziekenhuisorganisaties NVZ en NFU, die de plekken verdeelt over de instellingen. Dat heeft echter niet geleid tot een aanpassing van het uiteindelijke verdeelplan. Volgens de NVvH-voorzitter is er geen reactie gekomen op dat voorstel. ‘We hebben geen inhoudelijke argumenten gehoord waarom het verdeelplan niet is aangepast.’
Een woordvoerder van stichting BOLS wijst erop dat ‘alle input’ is meegenomen in het voortraject, en verwijst hiervoor naar een brief waarin de toewijzing wordt verantwoord. De stichting wil niet ingaan op de afwegingen die zijn gemaakt zolang er mogelijk een hoorzitting bij VWS volgt. Een woordvoerder van VWS laat ook weten ‘geen informatie te kunnen verstrekken over een lopende bezwaarprocedure’. Wel meldt de woordvoerder dat VWS ‘eraan hecht dat beschikbaar gestelde plekken worden benut’, maar dat ‘niet kan afdwingen’.
Geen probleem
De NVvH heeft contact gehad met het Capaciteitsorgaan om gehoor te vinden voor de eigen wens. Directeur Cisca Joldersma van het Capaciteitsorgaan laat weten dat dit orgaan geen problemen voor de arbeidsmarkt verwacht als er dit jaar acht chirurgen minder worden opgeleid dan geraamd en verdeeld.
De NVvH moet nu afwachten hoe de onderwijs- en opleidingsregio’s (OOR’s) die uiteindelijk beslissen over de invulling van de aiosplekken omgaan met het advies om acht plaatsen niet te benutten. In de tussentijd is dus besloten om het verdeelplan zelf aan te vechten. Het is nog niet zeker of de NVvH dat kan doen; VWS bekijkt nog of de NVvH als belanghebbende wordt gehonoreerd. ‘We willen graag hierover met de andere betrokken partijen inhoudelijk van gedachten kunnen wisselen, want dat is tot nu toe niet gelukt’, aldus Elsman.
Oplossingen
De NVvH kijkt volgens hem ook naar andere oplossingen voor het banenmarktprobleem. Zo wordt er in discussies soms gewezen op het bestaan van chirurgenvacatures in noordoost- en zuidwest-Nederland, waar moeilijk artsen voor zijn te vinden. Volgens Elsman is bij sommige van die vacatures echter ook sprake van een mismatch tussen gevraagde en opgeleide specialisatie binnen de chirurgie. ‘Er is vooral een overschot aan oncologisch en gastro-intestinale chirurgen. We willen kijken hoe we de differentiatie in de opleiding beter in balans kunnen brengen.’ Ook is het volgens de NVvH-voorzitter zaak om te kijken naar de afbakening van de taken van chirurgen. ‘Dat bepaalt ook de grootte van de behoefte.’ Verder kijkt de NVvH of chirurgen tegen de pensioengerechtigde leeftijd parttime kunnen werken, of eerder met pensioen kunnen gaan ‘om plek te maken voor jonge klaren’.
Het Capaciteitsorgaan heeft voor de jaren 2024-2027 geadviseerd om iets minder, namelijk 62, chirurgen jaarlijks in opleiding te nemen. ‘Dat is in ieder geval een significante daling en geen groei’, aldus Elsman.